Biologie Nectar Hoofdstuk 12: Hormonen vwo 5 samenvatting
Vak
Biologie
999+Documenten
Studenten deelden 1419 documenten in dit vak
Niveau • JaarVWO
• 5
School
Johannes Fontanus College - Barneveld
Studiejaar: 2022/2023
Boeken in lijstAuditing and Assurance Services: an Applied ApproachBuitenstaandersEssential Cell BiologyFocus !Frysk Wurdboek: Hânwurdboek Fan'E Fryske Taal ; Mei Dêryn Opnommen List Fan Fryske Plaknammen List Fan Fryske Gemeentenammen. 2. Nederlânsk - Frysk
Geüpload door:
Anonieme student
Dit document is geüpload door een student, net als jij, die anoniem wil blijven.
Johannes Fontanus CollegeAanbevolen voor jou
- 6Biologie voor jou VWO 5 - T1 Stofwisseling samenvattingBiologieSamenvattingen99% (97)
- 5Samenvatting Nectar H11 Voeding en verteringBiologieSamenvattingen100% (34)
- 75VWO 5 Biologie (Nectar + Biologiepagina)BiologieSamenvattingen100% (28)
- 10Samenvatting Evolutie Biologie voor jou hoofdstuk 4 VWO 4BiologieSamenvattingen97% (98)
- 5Biologie Samenvatting Nectar Hoofdstuk 15BiologieSamenvattingen100% (20)
Reacties
inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.
ect super bedankt!! Red mijn toets weer ff :)
Andere studenten bekeken ook
- Samenvatting hoofdstuk 2 Klas 5
- Biologie Samenvatting Nectar Hoofdstuk 14
- Samenvatting Biologie Nectar Hoofdstuk 11 en 12
- Biologie Samenvatting Nectar Hoofdstuk 15
- Biologie samenvatting assimilatie en dissimilatie
- Biologie voor jou VWO 5 - T2 DNA samenvatting
Gerelateerde documenten
- Samenvatting van het hele boek "biologie voor jou" 5 VWO.
- VWO 5 Biologie (Nectar + Biologiepagina)
- BVJ Thema 2 waarneming en gedrag
- VWO 5 Biologie samenvatting DNA
- Biologie samenvatting hoofdstuk 14 waarneming
- Biologie H14 Zenuwstelsel (Nectar)
Preview tekst
H12 Hormonen
12 de aanmaak van hormonen
Hormonen: signaalstoffen (eiwitten) die doelwitcellen via bloed bereiken en activeren/afremmen
Hormoonklieren> endocriene klieren: geven hun producten direct af aan inwendige milieu (bloed)
Exocriene klieren: geven producten af aan uitwendige milieu (huid, darmen)
Doelwitcellen: cellen met passende receptoren voor hormoon
Mate reactie doelwitorgaan bepaald door: concentratie hormoon in bloed (hormoonspiegel) Hoeveelheid receptoren op doelwitorgaan
Hypothalamus: afgifte neurohormonen die via uitlopers zenuwcellen in neurohypofyse enadenohypofyse komen en neurohormonen die afgegeven aan bloed door synapsen> direct inadenohypofyse komen zoals: RH en IH
Afgifte releasing-hormonen (RH’s): stimuleert afgifte hormoon Afgifte inhibiting-hormonen (IH’s): remt afgifte hormoon
Hypofyse: centrale hormoonklier
- Verbinding hormoonstelsel en hersenen
- Hypofysehormonen beïnvloeden rechtstreeks doelwitcellen of indirect via andere hormoonklieren neurohypofyse (hypofyseachterkwab): zenuwweefsel die in verbinding staat met hypothalamus adenohypofyse (hypofysevoorkwab): klierweefsel: mk hormonen
Regeling bloeddruk:
Dalende bloeddruk> hypothalamus mk neurohormoon ADH> neurohypofyse: afgegeven aan bloed
Samentrekking bloedvaten Meer water geresorbeerd door nieren >> bloeddruk stijgt
**planten hebben ook hormonen> bij eten van planten krijg je hormonen binnen (Genisteïne uit sojabindt aan oestradiolreceptor)
FSH> + groei, ontwikkeling follikels in eierstokken > Follikels: oestradiol > stijgende concentratieoestradiol> + afgifte LH > ovulatie => Na ovulatie: gele lichaam : (oestradiol) progesteron> FSH-RH enFSH geremd
Als hormonen via hypofyseachterkwab (neurohypofyse) worden afgegeven zijn ze gemaakt door neuronen
12 Reacties op hormonen
Groeihormoon(GH): stimuleert indirect (via lever) deling kraakbeencellen en zet vetcellen aan totafbraak van vetten
Lever (hormoonklier) maakt oiv GH> IGF(groeifactor)> groei bot, spier, vetweefsel
Bij stress maakt hypothalamus CRH> hypofyse: Adrenocorticotroop hormoon (ACTH): zetbijnierschors aan tot afgifte cortisol=> verhoogd hartslag, glucose in bloed
Hoe hormoon herkend word door cel hangt af van type hormoon:
- Steroïdhormonen (hydrofoob): gemaakt van cholesterol, gaan door celmembraan en hechten aan receptoren in cytoplasma> hormoon-receptor-complex> activeert DNA=> via RNA> eiwit
- Tyrosinehormonen (hydrofoob): gemaakt van aminozuur tyrosine Bereiken doelwitcellen op 2 manieren:
- Zelfde als steroïdhormoon
- Bindt aan receptoren in celmembraan
- Peptidehormonen: bindt aan receptoren in celmembraan
- Receptoreiwit > vorm verandert> activeert G-eiwit: koppelt energierijke GTP aanreceptor> cascade aan reacties: signaal wordt via meerdere schakels in cel doorgegeven
- Ontstaat: second messenger: doorgeven boodschap van hormoon> bindt aan 1 ofmeerdere doelwitmoleculen> geactiveerd
**Welk type hormoon kan meerdere reacties opwekken? Peptidehormoon
Schaafwond:
- Groeihormoon stimuleert dieper gelegen cellen van huid tot deling
- Uit schaafwond signaalstoffen: groeifactoren> hechten aan receptoren buurcellen> mk eiwitten die invloed op celdeling hebben
12 Hormonen recyclen botten
Functies calcium:
- Second messenger
- Impulsoverdracht
- Samentrekking spieren
- bloedstolling
**Bij te laag Ca2+ gehalte in bloed: botontkalking
**bij te hoog Ca2+ gehalte in bloed: maag -en darmklachten
*receptoren in schildklier en bijschildklieren reageren op calciumconcentratie
**Op welke cellen heeft insuline geen effect?
Hersencellen nemen glucose op (ook zonder insuline)
**Welke rol spelen Bètacellen en Alfacellen bij huishouding van vetten?
- Hoge concentratie vetzuren in bloed
- B-cellen: insuline> opname vetzuren in vetcellen en vorming vetten
- Daling concentratie vetzuren
- A-cellen: glucagon> afbraak vetten, uit afbraakproducten maken cellen glucose
Diabetespatiënt heeft te hoge bloedsuikerspiegel:
- te weinig insuline gemaakt
- receptoren voor insuline werken niet goed
symptonen diabetes:
- veel drinken: bloedsuikerspiegel hoog> hoge osmotische waarde
- vermoeidheid: onvoldoende glucose als brandstof
- veel plassen: overmaat glucose kan niet door nieren worden teruggehaald> uitgeplast
Diabetes 1: alvleesklier maakt te weinig/geen insuline > B-cellen beschadigd
Diabetes 2: lichaam reageert niet op insuline> insulinereceptoren werken slecht
>alvleesklier produceert niet genoeg om insuline om resistente cellen te activeren
Adrenaline:
- lever -en spiercellen: glycogeen > glucose (enzym)
- Spiertjes in slagaders naar skeletspieren verslappen
- Spiertjes in darmslagaders trekken samen
12 Reageren met behulp van hormonen
Reactie op kou:
- Hypothalamus : TRH
- Adenohypofyse: TSH
- Schildklier: T4 (=thyroxine is voorloperhormoon) en T3 (=werkzame hormoon) = tyrosinehormonen
- In lever: T4 omgezet in actieve T
- T3 stimuleert glucose -en vetverbranding> kerntemperatuur stijgt
- Concentratie T3 stijgt> negatieve terugkoppeling: minder TRH en minder TSH afgifte
Reactie op watertekort: (BINAS 85D)
- Hogere osmotische waarde, lagere bloeddruk> geregistreerd osmoreceptoren in hypothalamus> dorst
- Hypofyse: ADH => nieren nemen meer water op, samentrekking spieren in bloedvaten> bloeddruk stijgt
- Bij lage bloeddruk, weinig Na+ of veel K+ in bloed maken nieren: renine:
- zet angiotensinogeen uit lever om in angiotensine I > door longen omgezet inangiotensine II: stimuleert afgifte ADH en bijnierschors: afgifte aldosteron: Na+ opnemenuit voorurine, water volgt door osmose
- stimuleert kamersystole, bloedvaten vernauwen> hogere bloeddruk
Reactie op energietekort:
- hongergevoel ontstaat in eetcentrum Hypothalamus
- Bij veel neurohormoon Y (NPY)> honger
- Voor maaltijd maken maag en alvleesklier: ghreline (groeihormoon releasing eiwit): afgifte GH en stimuleert eetcentrum
- Na maaltijd> verzadigingscentrum in hypothalamus remt eetcentrum: Leptine: remt eetcentrum> afname hongergevoel Insuline: remt eetcentrum
Reacties op zuurstoftekort:
- Bij zuurstoftekort> nieren geven epo af
- Epo via bloed in stamcellen in rode beenmerg
- DNA geactiveerd
- Stamcellen> mk groeifactoren en differentiëren tot rode bloedcellen
** epo gemaakt door (vooral) nieren en lever